Verwarm de oven voor op 220 graden en zorg dat alle ingrediënten op kamertemperatuur zijn. Snijd de roomboter in blokjes en mix dit met de basterdsuiker en de vanillesuiker luchtig. Voeg hier een paar druppels rozenaroma aan toe en mix goed. Voeg vervolgens 1 voor 1 de eieren toe en mix tot een luchtig geheel.
Mix in een andere kom de maizena, het bakpoeder, de bakingsoda, mespunt zout en de bloem goed door elkaar. Roer dit vervolgens met een spatel of houten lepel door het ei-suiker mengsel tot een stevig beslag. Hak de witte chocolade grof en roer dit samen met de stukjes gevriesdroogd fruit door het koekjesdeeg.
Bekleed een bakplaat met bakpapier. Schep met een ijsschep 12 bollen van het beslag en leg dit op de bakplaat Bak de koekjes vervolgens 10 minuten in de voorverwarmde oven. Let op dat als je kleinere koekjes maakt, je ze ook korter bakt.
Vanillevulling
Maak ondertussen de vanillevulling. Smelt de boter in een steelpannetje. Mix dit vervolgens met de poedersuiker, gecondenseerde melk, vanille aroma en vanillesuiker tot een mooi stevig geheel. Doe dit over in een spuitzak.
Als de koekjes (na 10 minuten) klaar zijn, haal je ze uit de oven. Je gaat ze nu ook meteen vullen. Steek de spuitzak bovenin het koekje en spuit de vulling in het koekje totdat het koekje bovenop begint te scheuren. Haal dan voorzichtig de spuitzak uit het koekje en blijf de vulling er zachtjes inspuiten totdat er een klein beetje vulling uit het koekje steekt. Bij het afkoelen, zal de vulling namelijk nog wat 'krimpen'.
Laat de koekjes nog ongeveer 10 minuten op de bakplaat afkoelen, doe ze daarna voorzichtig over op een afkoelrek of ovenrooster. Laat de koekjes volledig afkoelen.