Verwarm de oven voor op 220 graden. Snijd de bloemkool in roosjes en kook deze in 5 tot 10 minuten gaar in de kippenbouillon. Maak ondertussen de curry. Smelt de boter in een grote wokpan. Maak de sjalotten schoon en snipper deze. Bak de sjalotten in de boter glazig. Maak de knoflook schoon en pers deze uit bij de sjalotten. Schil de gember en rasp deze. Voeg dit ook toe aan de pan. Maak ook de rode peper schoon, snijd in kleine stukjes en voeg toe aan de pan. Roer alles goed door.
Voeg vervolgens de garam masala, mosterdzaad, koriander, komijn en de kurkuma toe. Roer goed door totdat de heerlijke geuren vrijkomen. Voeg vervolgens de bloem toe en bak deze een paar minuutjes mee totdat de bloem gaar is. Voeg dan de melk en het garnalenbouillonblokje toe. Roer goed door zodat er geen klontjes ontstaan. Je wil nu een mooie stevige currysaus hebben die niet te vloeibaar is, maar wel 'roerbaar' is, dus ook niet te dik.
Snijd de vis in stukjes, trek de forel uit elkaar en voeg dit samen met de gamba's en de erwtjes toe aan de currysaus. Hak de koriander fijn en roer dit er ook doorheen. Laat dit heel zachtjes pruttelen totdat de saus weer warm is. Ondertussen kun je de bloemkoolpuree maken. Pureer de bloemkoolroosjes met de kookroom, een soeplepel kippenbouillon en de warme melk in de keukenmachine. Breng op smaak met zout (en eventueel peper). Pureer totdat je een mooie fluweelzachte puree hebt.
Verdeel de viscurry over een grote ovenschaal of meerdere kleintjes. Verdeel hier vervolgens de bloemkoolpuree overheen. Zet voor 10 minuutjes in de oven waarvan je 5 minuten de grill aanzet om een klein bruin randje te krijgen. Lekker met naanbrood!