Verwarm de oven voor op 180 graden. Kruid de varkenshaasjes rondom met zout en peper en smeer ze in met een laagje mosterd. Laat ze op kamertemperatuur komen voordat je ze bakt. Was ondertussen de wortels en snijd ze doormidden.
Verhit de boter in een grote koekenpan en leg hier de worteltjes in. Bestrooi ze met zout, peper en tijm. Bak de wortels aan beide kanten heel langzaam op laag vuur totdat ze boterzacht zijn, met het deksel op de pan. Dit duurt minstens 10 (tot 15) minuten per kant.
Was de aardappeltjes en snijd ze in hapklare stukjes. Meng ze vervolgens met de spekblokjes, olie, peper, zout en tijm en doe ze over in een ovenschaal. Bak de aardappeltjes in 20 tot 30 minuten mooi bruin en gaar.
Verhit 50 gram roomboter in een ovenbestendige braadpan en bak hierin de varkenshaasjes rondom bruin. Doe de pan vervolgens met de varkenshaasjes 15 minuutjes in de oven om de varkenshaas mooi gaar en nog roze van binnen af te bakken.
Haal na 15 minuten de varkenshaasjes uit de oven en laat ze rusten onder aluminiumfolie. Zet de pan met de aanbaksels terug op het vuur en roer hier de bloem doorheen. Bak dit zo'n 2 minuutjes aan. Voeg vervolgens het vleesfond en de slagroom toe (niet alles in een keer), roer goed door en breng op smaak met peper en zout. Is de saus te dun? Blijf dan nog even roer tot de saus indikt. Is de saus te dik? Voeg dan nog wat slagroom toe.
Snijd de varkenshaasjes in plakken, verdeel over 4 borden en schenk hier de saus overheen. Serveer met de worteltjes en de gebakken aardappels met spek.