Kook de pasta in ruim gezouten water al dente volgens de bereidingswijze op de verpakking.
Snijd de guanciale of pancetta in stukjes en bak dit in een ruime (wok)pan mooi krokant.
Maak de knoflook schoon en snipper deze. Bak een paar minuutjes mee met de guanciale totdat deze niet meer rauw is, maar ook niet donker wordt.
Bewaar een paar grote soeplepels van het pastawater en giet de rest af. Voeg de pasta bij de pancetta in de pan en roer goed door totdat al het bakvet aan de pasta hangt.
Meng de eidooiers met de geraspte pecorino, de truffeltapenade en een beetje pastawater totdat je een mooi dik mengsel hebt.
Zet vervolgens het vuur onder de pan uit. Verplaats de pan naar een koude pit en roer hier het eimengsel doorheen.
Voeg eventueel wat extra pastawater toe als de pasta carbonara nog niet smeuïg genoeg is.
Verdeel de pasta over 4 borden. Snijd de burrata in vieren en leg op elk bordje een kwart van de burrata.
Garneer de pasta met versgemalen zwarte peper en verse peterselie.